Eten in Spanje: 9 regionale gerechten die je moet proeven

Spanje is een paradijs voor foodies. Van hartige stoofpotten in het noorden tot frisse soepen in het zuiden en tapas die je in elke bar terugvindt: eten in Spanje is een avontuur op zich. Elke regio heeft zijn eigen specialiteit, vaak diepgeworteld in de lokale traditie.

Tijdens mijn reizen door Spanje ontdekte ik hoe smaken een verhaal vertellen: over zee en bergen, over historie en cultuur, en vooral over mensen die trots zijn op hun keuken. Dit zijn 9 typische Spaanse gerechten die je absoluut moet proberen - één uit elke regio.

Andalusië: Salmorejo uit Córdoba

Wanneer de temperatuur in Andalusië stijgt, is salmorejo de perfecte verfrissing. Deze romige, koude tomatensoep is dikker en voller dan gazpacho en wordt gemaakt met tomaten, brood, olijfolie en knoflook. Bovenop komt vaak een topping van jamón ibérico en hardgekookt ei.

Salmorejo vind je vooral in Córdoba, waar bijna elk restaurant zijn eigen versie serveert. Mijn tip? Bestel er een mandje vers brood bij en gebruik dat om de romige textuur helemaal op te lepelen. Een simpele maaltijd die je meteen meeneemt in de Andalusische levensstijl: langzaam, warm en puur genieten.

Valencia: Paella Valenciana

Iedereen kent paella, maar de échte paella Valenciana smaakt anders dan de toeristische varianten. In het Parque Natural de l’Albufera, waar de rijstvelden al eeuwenlang liggen, proefde ik de meest authentieke paella ooit: knapperig aan de bodem (de geliefde socarrat), zacht en vol saffraansmaak erboven.

De traditionele paella wordt hier niet met zeevruchten gemaakt, maar met kip, konijn en soms zelfs slakken, aangevuld met groenten uit de streek. Ben je in Valencia? Zoek dan een lokaal restaurant buiten het centrum - daar eet je de paella zoals de locals hem kennen.

Baskenland: Pintxos in Bilbao en San Sebastián

In Baskenland draait alles om pintxos: kleine hapjes op een stukje brood, vastgezet met een stokje, en uitgestald op de bar. Het is de Baskische variant van tapas, maar verfijnder en vaak creatiever.

Wat je zeker moet proberen:

• La Gilda - ansjovis, olijf en chilipeper, simpel maar zó smaakvol.

• Bacalao al pil-pil - kabeljauw met een romige olijfolie-knoflooksaus.

• Mini-hamburguesa de txuleta - een mini-burger van lokaal Baskisch rundvlees.

De echte ervaring beleef je door van bar naar bar te gaan, in Bilbao of San Sebastián. Neem er een glas sprankelende txakoli bij, en je begrijpt waarom pintxos zoveel meer zijn dan “een hapje”: het is een levensstijl.

Galicië: Pulpo a la Gallega

Aan de noordwestkust van Spanje is pulpo a la gallega hét gerecht dat je moet proberen. Octopus wordt hier zachtgekookt en geserveerd met olijfolie, grof zeezout en gerookte paprika, vaak samen met gekookte aardappelen (cachelos).

Pulpo is een klassieker tijdens lokale feesten, maar ook in eenvoudige dorpsrestaurants. Het mooie is de eenvoud: slechts enkele ingrediënten, maar een smaak die perfect de Atlantische kust weerspiegelt. Voor mij was dit een van de meest verrassende gerechten van Spanje - zacht, zoutig en met die typische rokerige toets.

Asturië: Fabada Asturiana

In het groene noorden, waar de bergen ruig en de winters fris zijn, warmt men zich aan fabada asturiana. Dit is een stevige bonenstoofpot met grote fabes (witte bonen), chorizo, spek en morcilla (bloedworst).

Het gerecht is zwaar en rijk, ideaal voor een regenachtige dag of na een wandeling door de Picos de Europa. Fabada eet je meestal als hoofdgerecht, geserveerd in diepe kommen. Het is typisch comfortfood: eenvoudig, maar met diepe, volle smaken die je urenlang verzadigen.

Catalonië: Crema Catalana

Een bezoek aan Barcelona is voor mij nooit compleet zonder crema catalana. Dit dessert lijkt op crème brûlée, maar de subtiele smaak van kaneel en citrus maakt het uniek. De eerste hap door de gekarameliseerde suikerlaag - die heerlijke crunch -gevolgd door de romige custard eronder, is elke keer weer genieten.

Tip: bestel dit gerecht in een traditionele casa de comidas in de gotische wijk van Barcelona, en je begrijpt meteen waarom dit dessert al eeuwen een klassieker is.

Madrid: Cocido Madrileño

De hoofdstad serveert zijn eigen culinaire trots: cocido madrileño. Dit is niet zomaar een stoofpot, maar een complete maaltijd in meerdere gangen. Eerst komt er een bouillonsoep, daarna kikkererwten en groenten, en tenslotte vlees en worst.

Het voelt als een feestmaal in etappes, en het is een van de gerechten die je een echte Madrileense “zondag” doen beleven. Traditioneel eet je cocido in tabernas waar families samenkomen en urenlang tafelen.

Canarische eilanden: Papas Arrugadas con Mojo

Op de Canarische eilanden proef je papas arrugadas: kleine, rimpelige aardappeltjes die in extreem zout water worden gekookt. Het resultaat is een intens ziltige smaak en een unieke textuur. Je eet ze met mojo rojo (rode saus met paprika en chili) of mojo verde (met koriander en peterselie).

Het klinkt eenvoudig, maar geloof me: dit gerecht is verslavend lekker. Op een zonnig terras, met uitzicht op de oceaan en een koud biertje erbij, smaakt het naar pure vakantie.

Murcia: Caldero Murciano

Aan de kust van Murcia staat caldero murciano op tafel: een rijstgerecht dat wordt bereid in een visbouillon met saffraan. Het wordt traditioneel geserveerd met een flinke lepel alioli, die het gerecht een extra kick geeft.

Je vindt het vooral in vissersdorpjes, waar de rijst langzaam in de bouillon wordt gegaard en alle smaken van de zee opneemt. Voor mij is dit gerecht een verborgen juweel van Spanje: minder bekend, maar o zo typisch voor de regio.

Conclusie: Spanje proef je per regio

Wat ik het mooiste vind aan het eten in Spanje, is hoe elke regio zijn trots heeft. Van een knapperige paella in Valencia tot een kom fabada in Asturië, van pintxos in Baskenland tot crema catalana in Barcelona: elk gerecht vertelt een verhaal.

En wie zich laat leiden door zijn smaakpapillen, ontdekt een Spanje dat veel rijker is dan de klassieke tapas waar iedereen aan denkt.